Joséphine de Beauharnais, echtgenote van Napoleon Bonaparte, kocht dit kasteeltje uit de 17e eeuw gelegen in Rueil-Malmaison in 1799. Haar beroemde echtgenoot, toentertijd eerste consul, werd bij zijn terugkomst uit Egypte de eigenaar. Van 1800 tot 1802 zetelde de Franse regering in kasteel Malmaison, naast die van Tuileries. De Consulat ministers kwamen regelmatig bij elkaar om belangrijke politieke besluiten te nemen.
Het stel richtte de vertrekken opnieuw in, en legde tuinen aan. Na haar echtscheiding in 1809 trok keizerin Joséphine zich terug in Malmaison en kocht, in 1810, kasteel Bois-Préau, het naastgelegen landgoed. In 1905 zijn de twee residenties het nationaal museum van de kastelen Malmaison en Bois-Préau geworden.
Tijdens het bezoek aan deze tijdloze locatie, waar de aanwezigheid van het keizerlijke paar bijna voelbaar is, kunt u de vertrekken van het kasteel bewonderen, die gedecoreerd zijn met marmer, verguldsels en mozaïeken. Een schitterende collectie kunstwerken, bestaand uit schilderijen, meubels, servies en wapens illustreren het begin van het bewind van Napoleon I. De mahoniehouten bibliotheek en de ovale kamer, waar Josephine 29 mei 1814 overleden is, zijn de legendarische vertrekken van Malmaison. Sinds eind 2017 is het geheel aangevuld met een afdeling gewijd aan het leven van Napoleon in Sainte-Hélène.
Themarondleidingen nemen u mee naar het dagelijkse leven van het echtpaar; of nodigen u uit om de passie van Josephine te delen voor het landschapspark van het kasteel. De rozentuin, met meer dan 150 soorten, die ze tot bloei heeft gebracht is het hoogtepunt van het buitengedeelte. Ander symbool van de locatie: de vier zwarte zwanen die in het park geïntroduceerd zijn, en extra sfeer geven...
