Het plaatsje Petit-Canal ligt op de westelijke kust van het eiland Grande-Terre, tussen Port-Louis en Morne-à-l'Eau. Op deze belangrijke historische locatie op Guadeloupe zijn verschillende monumenten te vinden die het pijnlijke slavenverleden van Guadeloupe herdenken. Dit vredige plaatsje, vroeger een belangrijk centrum voor de rietsuikerteelt, dankt zijn naam aan een kanaaltje, gegraven in de 18de eeuw om het te waterlaten van boten te vergemakkelijken. Tegenwoordig meer gericht op toerisme, met rondleidingen van de mangrove en de lagune Grand Cul-de-Sac Marin.
Er zijn een aantal erfgoedlocaties te ontdekken in Petit-Canal, te beginnen met de Slaventreden (Marches des Esclaves), beneden de kerk Saint-Philippe-et-Saint-Jacques. Deze monumentale trap werd, volgens de legende, door de slaven genomen als ze uit de boten kwamen. In werkelijkheid is deze gebouwd na de afschaffing van de slavernij in 1848, met als doel het goederenvervoer naar de hoger gelegen delen van het plaatsje te vergemakkelijken. Op deze treden staan tegenwoordig herdenkingsplaten met daarop de namen van de stammen die gedeporteerd en vervoerd zijn. Rondom de trap, het monument van het eeuwige vuur voor de onbekende slaaf, herdenkt ook het treurige verleden van het eiland. Daarnaast is de buste een eerbetoon aan Louis Delgrès, een historische persoonlijkheid, bekend om zijn oproep tegen slavernij in 1802.
Niet ver daar vandaan ligt een aangenaam, aangelegd park waar u heerlijk kunt wandelen, met niet minder dan 500 lokale bloemsoorten! Een vredig oord waar we onder andere een geneeskruidentuin kunnen bewonderen, een droog bos, een Creoolse- en een Indische tuin, alvorens het bezoek aan Petit-Canal voort te zetten richting het museum van "het Leven van Vroeger" (musée de la Vie d'Antan), een locatie gewijd aan het dagelijkse leven in Guadeloupe sinds de Amerikaanse indianen tot de jaren 60.