Vervaardigd in de gelijknamige stad in Bourgondië, is de époisses een kaas gemaakt van volle koemelk; heeft een grillige korst van buiten, maar is zacht van binnen. De cisterciënzer monniken uit het dorpje Époisses begonnen in de 16e eeuw met de bereiding, en hebben hun kennis vervolgens overgedragen aan boeren in de streek. De kaas wordt geproduceerd in Côte-d'Or, maar ook in Haute-Marne en in Orne; moet tussen 5 en 8 weken gerijpt worden in een koele en vochtige kelder.
De zeer crèmige époisses kaas met zijn subtiele en fruitige smaak gaat perfect samen met vruchten als peer en druiven. In 1820 benoemde de rechter en gastronoom Brillat-Savarin hem tot "koning van de kazen". Maar desondanks was hij bijna verdwenen in de jaren 1950, tot een boerenechtpaar de productie weer opstartte. Époisses kaas heeft een AOC en een AOP, en is tegenwoordig een referentie onder de Bourgondische kazen!